Ik ken Erika van de gym op maandagochtend in ‘t Klokhuis en ik had haar al eens horen praten over het restaureren van schilderijen. Dat leek me een interessant onderwerp voor een artikel op de website dus vroeg ik haar of ik een keer langs mocht komen voor een interview. Zo gezegd zo gedaan. Ik bezocht haar thuis, in een prachtig pand aan de Riouwstraat, waar de eerste verdieping, over de totale lengte, wordt ingenomen door haar atelier. Absoluut indrukwekkend!
Ik ben in Salzburg geboren, vertelde ze en eigenlijk wilde ik muziek gaan studeren. Ik speelde al jaren piano en heb op mijn 16e toelatingsexamen gedaan voor de Muziek- hogeschool Mozarteum. Maar toen ik daarvoor geslaagd was wilde ik niet meer en heb vervolgens eerst het gymnasium afgemaakt.
Mijn vader was rijinstructeur en had veel jonge boeren als leerling waardoor hij vaak op het platteland kwam. In de boerderijen stonden de mooiste beschilderde boerenkasten die veelal werden gebruikt om veevoeder in op te bergen. Oorspronkelijk waren het “uitzetkasten” die de boerendochters kregen bij hun huwelijk met daarin een deel van hun uitzet. Mijn vader mocht ze omruilen met moderne kasten en zo kwamen de oude kasten bij ons thuis te staan. Ik vond het leuk om ze schoon te maken en vertelde dat aan mijn lerares kunstgeschiedenis. Zij heeft me uiteindelijk deze richting uitgeduwd. Ik ging naar de Meisterschule fñr Conservierung und Technologie in Wenen. Daar ontmoette ik een Nederlandse student en met hem ben ik niet alleen getrouwd maar in 1961 ook naar Nederland gekomen en heb ik dit restauratie atelier opgericht. Mijn dochter Barbara zit ook “in het vak” . Zij heeft o.a. meegewerkt aan de restauratie van de Glazen Koets.
Ik houd me bezig met het restaureren en conserveren van schilderijen en beschilderde objecten uit diverse periodes vanaf de 16e eeuw tot rond 1950, vertelde Erika.
Moderne en hedendaagse schilderijen vragen een andere discipline in de restauratie vanwege de andere materialen die gebruikt worden. Erika werkt niet alleen voor particulieren maar ook voor de Rijksgebouwendienst, diverse musea (o.a. Bredius en Boerhaave) en een aantal kastelen zoals Duivenvoorde, de Haar en Middachten.
Soms is een stuk van het doek los of beschadigd, sommige doeken zijn vuil van de nicotine aanslag en bij andere is de verflaag losgeraakt.Erika vertelde me ook dat ze regelmatig had meegewerkt aan grotere projecten die op locatie werden gerestaureerd waaronder de Oranjezaal in huis ten Bosch en Panorama Mesdag. Aan de Oranjezaal – volgens haar één grote lofzang op Frederik Hendrik – hebben we met 20 restaurateurs jaren gewerkt.
Het doek van Panorama Mesdag (14 meter hoog en met een omtrek van ca.120 meter) had waterschade en tegen de achterkant hebben we, strook voor strook, een nieuw doek geplakt. Gezien de afmeting van het doek was dat wel een hele klus, zei Erika. Daarna is de voorkant van het schilderij schoongemaakt en omdat de verflaag poreus was konden we geen andere middelen gebruiken dan gum! Op mijn vraag of ze dit echt meende – ik kon het me nauwelijks voorstellen, zeker gezien de enorme afmetingen – antwoordde ze jazeker, restaureren is vaak monnikenwerk!
Voordat ik de deur uitliep zei ze: ik ben niet op zoek naar nieuwe klanten hoor want ik ben inmiddels al een beetje aan het afbouwen……
Josephine de Vijlder