Wie kent dit complex, ontworpen door de architecten Sjoerd Schamhart en Hans van Beek, nou niet? Met Couperusduin wilde Schamhart laten zien wat woningbouw zou moeten zijn: stedelijk divers en plaatsgebonden. Een stad in het klein, ingebed in de bestaande stad. Schamhart hanteerde een aantal uitgangspunten (interview Haagsche Courant bij zijn 80e verjaardag): Een belangrijk element voor mij is: wat moet er komen, wat is de functie en wat voor soort mensen komen er in? Daarnaast is de plek van belang. Waar bouw je? Zet je je af tegen de plek of ga je juist met de omgeving mee? Ik bouw met de plek. Ik kijk naar hoe iets in elkaar zit. En ook: hoe was het eigenlijk? Bij Couperusduin heb ik het duin hersteld. Ik heb een kunstmatig duin gemaakt en dat was mooi want dan kon ik al dat blik, de auto’s, eronder kwijt!
Voor de duinen is afgegraven zand hergebruikt en de lage muurtjes langs de voetpaden bestaan uit klinkers van de gesloopte Alexander kazerne die hier eerder stond.
Ik, schrijfster van dit artikel, woon al jaren met veel plezier in dit complex.Het gezicht achter de voordeur van Couperusduin is Adrie Punt (huismeester) die, samen met Ruud Oranje (technisch onderhoud), de steun en toeverlaat van de bewoners is. Aanleiding voor mijn gesprek met Adrie was het feit dat hij op 17 juli j.l. 25 jaar als huismeester in dienst was bij Couperusduin. Dat werd, samen met de bewoners, gevierd met een geanimeerde receptie in één van de tuinen van het complex.
Adrie vertelde me dat hij, als monteur, eerst werkzaam was in de scheepsbouw. Toen dit bedrijf failliet ging kwam ik terecht bij Otis Liften en kwam ik voor onderhoud al in Couperusduin. Ik hoorde van Ruud dat ze een huismeester zochten, solliciteerde en werd aangenomen en doe het werk nog steeds met erg veel plezier.
In de taakomschrijving staat, onder het kopje “Algemeen”: “De taak van de huismeester bestaat uit het houden van toezicht op en het bevorderen van een goede gang van zaken met betrekking tot het onderhoud van het object en het verlenen van service aan de gebruikers/bezoekers binnen de vastgestelde kaders. De werkzaamheden omvatten in het algemeen al datgene dat nuttig en nodig is om een veilige en ordelijke gang van zaken in het object te waarborgen. Tot slot dient de huismeester steeds de initiatieven te ontplooien die niet nader zijn te omschrijven maar die, in voorkomende gevallen, noodzakelijk kunnen worden geacht voor het goed functioneren van de technische apparatuur en bouwkundige aspecten van het object”. Vervolgens worden er 8 specifieke taken omschreven. Het gaat, uiteraard, te ver om die allemaal te vermelden maar de heren hebben hun handen vol.
Dat moge duidelijk zijn.Adrie vertelde me dat er leuke en ook minder leuke dingen op zijn pad komen.
Zoals een overleden bewoner aantreffen in haar appartement na een telefoontje van de thuiszorg. Of een vrouw uit een bad hijsen die er zelf niet meer uit kon komen.
Zwervers, die een beschut onderkomen zoeken in één van de gangen, keer op keer verwijderen. Hij noemde ook het “vogelvrouwtje”, een bekende bewoonster die iedereen voor rotte vis uitmaakte en overal voer voor de duiven strooide. Uiteindelijk is ze, na een val in huis, naar een verzorgingshuis gebracht.Toen het nog huurwoningen waren konden we meer “kleine klusjes” voor de bewoners doen, zo meldde Adrie. Nu het merendeel van de flats verkocht is moeten de eigenaren dat zelf oplossen. Grote klussen doen we, uiteraard, nog steeds. Zoals het openhakken en dichtsmeren van vloeren wanneer, door een lekkage, de verwarmingsbuis moet worden vervangen. Helaas een regelmatig terugkerend probleem. Ik kan het woord “lekkage” , zo langzamerhand, bijna niet meer horen, maar het is natuurlijk heel fijn dat wij de gedupeerde bewoner kunnen helpen. Kortom, een “afwisselende” baan waar ik nog steeds erg veel plezier aan beleef.
Josephine de Vijlder